Bovenkant

Galium odoratum

Familie: Rubiaceae (Sterbladigen familie)


Galium odoratum

Synoniem: Asperula odorata

Verklaring latijnse namen:
Galium = overschrijving naar Latijn van de oude Griekse plantennaam galion (van gala, melk). Vroeger dacht men ten onrechte dat het sap van Galium melk kon stremmen.
odoratum = van odor, geur: geurig, geurend.
Asperula = vrouwelijke vorm van asperulus, enigszins ruw: enigszins ruwe plant. Sommige soorten van het geslacht hebben ruwe bladeren.
odorata = van odor, geur: geurig, geurend.

Namen in:
Nederlands: Lieve-Vrouwebedstro
Duits: Waldmeister, Maiblume, Herzfreund, Leberkraut, Sternleberkraut, Halskräutlein, Waldleberkraut, Wald Mutterkraut, Duft Labkraut, Wald Labkraut
Engels: Woodruff
Frans: Gaillet odorant
Italiaans: Caglio odoroso, Stellina odorosa

Hoogte: 10 - 30 cm

Bloeitijd: April – juni

Kleur: Wit

Grondsoort: Rijke kalk

Licht: Schaduw

Vermeerdering: onbekend

Wetenswaardigheden:
Dit geurende kruid, met vierkante stengel met wortelstokken en onderaardse uitlopers, maakt vruchten met haakvormige haren en groeit in donker loof en gemengd bos met kruiden op de humusbodem in het grootste deel van Europa, en in de Alpen in Jura, Vogezen, Frans Centraal Massief, Haute-Savoie, Savoie, Isère, Drôme, Vaucluse, Heutes Alpes, Alpes-de –Heute-Provence, Alpes-Maritimes (Frankrijk), Pyreneeën, Corsica, Cuneo, Torino, Apennijnen, Aosta, Vercelli + Biella, Novara + Verbania, Varese, Como + Lecco, Sondrio, Bergamo, Brescia, Verona, Vicenza, Trento, Zuid Tirol, Belluno, Treviso, Pordenone, Udine (Italië), Freiburg, Waadt, Wallis, Bern, Luzern, Unterwalden {Ob- en Nidwalden}, Schwijz, Uri, Tessin, Graubünden, Glarus, Sankt Gallen, Appenzell {Inner- en Ausserrhoden} (Zwitserland), Schwarzwald, Schwaben, Oberbayern (Duitsland), Liechtenstein, Vorarlberg, (Nord)Tirol, Salzburg, Osttirol, Kärnten, Steiermark, Oberösterreich, Niederösterreich + Wien, Burgenland (Oostenrijk), Slovenië, Karpaten, de Balkan, Dinariden. Verder in het grootste deel van Azië.

De plant werd veelvuldig in de huisgeneeskunde gebruikt en (nog steeds) voor de bereiding van likeuren, wijnen (meibowl, hiervan zijn al beschrijvingen bekend uit de negende eeuw na christus), kruidenthee en parfum.

De plant wordt door vliegen en bijen bestoven en is te vinden tot 1600 meter hoogte.

LET OP: licht giftig. Met name tijdens de bloei.